Belgisch Wit Blauw Rund
Het Belgisch Wit Blauw ras
Het Belgisch wit blauw ras (afgekort BWB) vertegenwoordigt, op het totaal aantal rassen, 50 % van de Belgische veestapel. Dit ras is ontstaan uit een kruising van Shorthorn met een lokaal Zuid-Belgisch ras. Aanvankelijk was het een dubbeldoelras m.a.w. voor zowel melk- als vleesproductie. Na 1950 werd éénzijdig geselecteerd op bespiering, om te voldoen aan de vraag van de consument naar een mager en lekker stuk rundvlees.
De voordelen van het BWB zijn de enorme spiermassa, de korte drachtduur (gemiddeld 282 dagen), een goede groei en het rustig karakter. Daartegenover staat als grootste nadeel : de geboorteproblemen met bijna altijd een keizersnede door een te klein bekken van de moederkoe en een te zwaar kalf. Vanuit de hoek van de verdedigers van het dierenwelzijn wordt hierop kritiek geuit.
De melkproductie bij dit ras is zo laag dat ze niet voldoende is om de eigen kalveren te voeden. Bijgevolg krijgen de kalfjes van het BWB ras na de geboorte de eerste biestmelk (moedermelk) toegediend via een fles. Daarna krijgen ze een licht verteerbare kunstmelk en dit tot aan de leeftijd van 4 maanden. Vanaf de leeftijd van 14 dagen krijgen ze ook een granenmengeling.
Na 4 maanden gaan de kalfjes over van individuele huisvesting (in kalverhutjes) naar groepshuisvesting. Hun rantsoen wordt vanaf dat moment omgeschakeld naar mais, granen en hooi.
Het vlees van BWB runderen is donkerroze en mals en lekker van smaak.